05 mei 2019
In de aanloop naar de 57e Kennedymars laten we enkele lopers aan het woord. Voor de hoeveelste keer doen ze mee? Wat maakt de Kennedymars zo bijzonder? En welke tips hebben zij voor andere lopers? Dit keer is het woord aan Jan van Bragt, de (tot nu toe) oudste deelnemer van de Kennedymars.
“Leuk te weten dat ik dit jaar de oudste deelnemer ben”, vertelt Jan van Bragt, die later dit jaar – na de Kennedymars – zijn 84e verjaardag mag vieren. “Als alles goed gaat, loop ik de Kennedymars in Someren dit jaar voor de negentiende keer. Ook zal ik, alweer als alles goed gaat, dit jaar voor de vierentwintigste keer aan de Vierdaagse van Nijmegen deelnemen.”
Hoe het hem lukt om op zijn 83e nog fit genoeg te zijn voor de Kennedymars? “De noodzakelijke training voor beide tochten leveren de nodige fitheid op. Daarnaast wandel ik en loop ik “hard”, het hele jaar door gemiddeld 30 kilometer per week”, legt hij uit. “Als je voor deze tochten gaat trainen, moet je het voornemen hebben de tocht ook écht te gaan doen, anders ontstaat uitstelgedrag voor de training: vandaag heb ik geen tijd, ik loop volgende week wel weer…”
“De training voor beide tochten is tenminste even leuk als de tochten zelf!”, vindt Jan van Bragt. “Het volbrengen van de Kennedymars geeft op zich veel voldoening. De mars in Someren is heel goed georganiseerd en plezierig te lopen. De nieuwe route van vorig jaar was leuk om te doen.”
Jan van Bragt heeft nog wel een tip voor wandelaars die nog twijfelen of ze zich moeten inschrijven voor de Kennedymars: “Ook als er niemand met je wil meegaan, onderweg ontmoet je altijd wel mensen waar je een eind mee kunt oplopen. Vaak blijkt dit heel gezellig en worden allerlei ervaringen uitgewisseld.”
We wensen Jan van Bragt heel veel succes met zijn 19e deelname aan onze Kennedymars.
